Komt ’s werelds eerste kweekvleesboerderij in Nederland?

Komt ’s werelds eerste kweekvleesboerderij in Nederland?

Het Nederlandse RespectFarms onderzoekt of het mogelijk is om de veehouderij toekomstbestendig, duurzaam en diervriendelijker te maken. Zo komt een stukje biefstuk in de toekomst niet meer van de traditionele boerderij, maar van de kweekvleesboerderij. “Het is uniek dat Nederland hierin het voortouw neemt.”

Tekeningen met potlood van stallen en tractoren laten het beeld van een traditionele boerderij zien. Wat ontbreekt, zijn grote hoeveelheden dieren. Op de kweekvleesboerderij vormen enkele dieren in combinatie met bioreactoren en plantaardige voedingsstoffen een nieuw, houdbaar en efficiënt verdienmodel voor de boer, ziet RespectFarms.

Respect farms

RespectFarms bestaat uit een groep onderzoekers en bedrijven die zich hebben verenigd om de eerste kweekvleesboerderij van Nederland te bouwen. Bedrijven als Mosa MeatKipster, technologiebedrijven en bedrijven uit de agrarische sector doen mee aan het consortium. Ze haalden onlangs zo’n 900.000 euro op om een haalbaarheidsstudie uit te voeren en het ontwerp te maken. “Dat dit in Nederland gebeurt, is echt uniek”, zegt Ira van Eelen.

Kweekvleesgrondlegger

Van Eelen is medeoprichter van RespectFarms, voorzitter van de Invitro Meat Foundation en lid van de adviesraad van Eat JUST, een Amerikaanse start-up die in 2020 de eerste commercieel toegestane kipnuggets van kweekvlees presenteerde in Singapore.

Ira KET

Haar vader, Willem van Eelen, is grondlegger van de kweekvleestechnologie. Tussen 1994 en 1999, op latere leeftijd, legde hij ’s werelds eerste patenten voor de productie van kweekvlees vast, en kreeg een jaar later meer dan twee miljoen euro subsidie van de Nederlandse overheid voor zijn kweekvleesonderzoek.

Willem van Eelen was een inspiratiebron voor heel veel anderen. Na zijn overlijden in 2015 gingen steeds meer bedrijven aan de slag met de productie van gekweekt vlees. Zo presenteerde Mark Post van Mosa Meat in 2013 ’s werelds eerste kweekvleesburger in Londen, met een kostprijs van 250.000 euro per burger. Sindsdien is er een hoop veranderd. “In Singapore bijvoorbeeld kun je gewoon kipnuggets van kweekkip eten. Of bijvoorbeeld een gekweekte saté”, zegt Van Eelen. Deze komen uit een fabriek.

Nieuw verdienmodel voor boeren

Het eten van vlees zorgt voor veel CO2-uitstoot. De Nederlandse veehouderij is verantwoordelijk voor 3,9 miljoen ton CO2-uitstoot per jaar. Bovendien stoten de dieren ook nog eens methaan uit, dat een 28 keer sterker broeikasgas dan CO2 is. Naast de klimaatimpact vindt er in de veehouderij ook veel dierenleed plaats. Kan dat niet anders?

Dat dachten de oprichters van RespectFarms ook. Hoewel er wereldwijd zo’n 150 tot 175 start-ups werken aan de productie van kweekvlees, gebeurt dat vooral met de focus op fabrieken. “De rol van de boer komt helemaal niet in het plaatje voor”, zegt Van Eelen.

Dat was voor Van Eelen heel eigenaardig. “Naar mijn idee is het een no-brainer om de productie van kweekvlees naar de agrarische sector te brengen. Op die manier kunnen we de sector, die nu afhankelijk is van intensieve veehouderij, helpen om ze een ander en toekomstbestendig groei- en verdienmodel te geven.”

Vlees kweken doe je zo

Kweekvlees wordt gemaakt met behulp van stamcellen uit dieren. Die stamcellen worden door middel van een biopt afgenomen. “Dat moet pijnloos gebeuren”, zegt Van Eelen. Het stukje weefsel bestaat uit cellen en die cellen groeien alleen in omstandigheden die voor die cellen fijn zijn. “Denk daarbij aan de juiste temperatuur en de juiste voeding”, zegt Van Eelen. Die voeding komt van plantaardige grondstoffen, zoals de voeding die dieren ook krijgen. Uit een weefselbiopt ter grote van een peperkorrel kun je binnen zes weken 10.000 kilo vlees maken of 80.000 flinke hamburgers. “En het is een exponentieel proces dus met twee dagen extra kunnen we dat al verdubbelen”, zegt Van Eelen.

Vlees van de boerderij

Van Eelen ziet dat vlees niet per se uit een fabriek moet komen, maar ook van een boerderij. “De huidige techniek past gemakkelijk in een stal van een boerderij. Op deze schaal kunnen we de techniek ook snel kopiëren naar de volgende stal. In plaats van groeien in grootte, groei je in de breedte.”

Van Eelen weet uit gesprekken met heel veel boeren dat daar interesse voor is. “Veel boeren staan open voor nieuwe en houdbare verdienmodellen. Ze stellen praktische vragen en geven aan dat wanneer wij die vragen kunnen beantwoorden, ze openstaan om te veranderen. Het is namelijk in feite een efficiëntere manier van vlees maken.”

Daarmee doelt Van Eelen op het feit dat bij de productie van vlees een groot deel van het dier niet gebruikt wordt. De ‘voedselconversie’ is slechts 50 procent. “De efficiëntie van kweekvlees is 95 tot 98 procent. Je kweekt namelijk precies wat je nodig hebt. En er hoeft geen dier voor geslacht te worden.”

Rol voor Nederland

Volgens Van Eelen moet de vleesproductie aangepast worden. “Als we op de huidige voet doorgaan en wereldwijd net zoveel vlees blijven consumeren als dat we nu doen, dan hebben we in de toekomst vier planeten nodig. Als we vlees willen blijven eten is de huidige productiemethode niet houdbaar.”

Voor een land als Nederland ziet Van Eelen enorm veel kansen. “We kunnen de techniek produceren en verkopen aan andere landen. Net zoals we enorm veel kennis en materialen exporteren uit onze agrarische sector, kunnen we dat ook doen met kweekvleesboerderijen en slimme kassen”, zegt ze.

Bovendien zou een kweekvleesboerderij enorm veel land, water en energie besparen, wat weer ten goede komt voor de leefbaarheid. Zo is er voor kweekvlees 78 procent minder water nodig, en maar liefst 95 procent minder land. Uit onderzoeken blijkt dat een stukje gekweekt rundvlees voor 93 procent minder vervuiling zorgt dan écht rundvlees.

Uitdagingen

Het kweken en consumeren van dit vlees is in Europa nog niet toegestaan. Singapore is tot nu toe het enige land ter wereld dat de verkoop toestaat. “Wet- en regelgeving is een grote uitdaging voor nu, maar die past zich vaak aan zodra het bedrijfsleven kan laten zien dat iets werkt.” Daar is volgens Van Eelen de juiste communicatie voor nodig. “We willen dat het verhaal zo compleet mogelijk wordt doorverteld”, zegt Van Eelen. Dat doet ze ook als medeoprichter van Kind Earth Tech (KET). “Op die manier verspreiden we de kennis en geven we dit verhaal een podium in Amsterdam, Singapore en in Amerika.”

Toekomstmuziek?

Als het aan Van Eelen ligt, wordt het proeven en eten van kweekvlees vandaag nog goedgekeurd in Nederland. De realiteit laat zien dat het een geleidelijk proces zal zijn. “Kweekvleesboerderijen staan er niet van de één op de andere dag. Dat kost tijd maar we moeten wel nu beginnen want tegen de tijd dat er fabrieken staan en we niets voor de agrariërs hebben ontworpen is het te laat.”